Asor de leeuw

23/6/2023
5 min leestijd
Asor de leeuw

In 1938 liep een ontsnapte circusleeuw de stampvolle St.-Michielskerk binnen. Terwijl iedereen in paniek een veilig heenkomen zocht ,ging Asor op het altaar liggen.

 

De kerk in hartje Sittard was afgeladen vol, zoals altijd de laatste zondag van augustus bij de jaarlijkse verering van Sint Rosa, de beschermheilige van de stad. In 1938 was het niet anders. Mensen stonden opeengepakt achter in het middenpad van de kerk. Buiten voor de ingang had zich een menigte verzameld om via de openstaande deuren nog iets mee te krijgen van de dienst. Het was rond half elf. De hoogmis van priester Petrus de Gronckel was in volle gang. Het koor stond te zingen, het kerkorgel loeide.

Toen golfde er een luid geroezemoes door de kerkbanken. Mensen draaiden zich om en sloegen hun hand voor de mond. Het geroezemoes ging over in kreten van ontzetting. Er klonk gegil en geschreeuw. De organist hield op met spelen, het koor viel stil. De priester keek verstoord op: was er soms iemand onwel geworden? Vingers wezen naar een dier dat doodgemoedereerd richting het altaar sjokte. Het was een leeuw. Er was een leeuw in de kerk.

 

Kort daarvoor was er nog niks aan de hand. In Circus Friso, dat schuin tegenover de kerk op de Markt stond opgesteld, was de 25-jarige Nico Friso die ochtend bezig de kooien van mannetjesleeuwen Asor en Irus schoon te maken. Nico was het hulpje van Karel Stevens, de dompteur van het circus. Allesging goed, totdat de verzorger vergat een hekje te sluiten. Meteen zagen de leeuwen hun kans schoon. Met een duw van hun neus was vrijheid binnen bereik.

Irus glipte naar buiten, de circustent in, die gelukkig nog leeg was. Hij liep over de banken en kroop toen onder het tentdoek door naar buiten. De hond van een circusmedewerker werd onrustig, kinderen werden naar binnen getrokken. Het beest verschool zich even onder een paar circuswagens, maar moest zich daarna gewonnen geven aan Nico. Dat was één. Asor had heel andere plannen. Terwijl de aandacht nog uitging nar zijn kameraad, liep hij de markt op, richting de St.-Michielskerk.

 

Het verhaal over Asor wordt generatie op generatie doorverteld, maar ook aangedikt. Het verhaal haalde wereldwijd de kranten en werd geflankeerd door een tekening waarop te zien is hoe een leeuw met dreigende blik, op het altaar met een klauw uithaalt naar de pastoor. In de ergste versies zijn kerkgangers uiteengereten.
In het boek ‘Asor de leeuw’ worden deze sterke verhalen ontkracht. De leeuw isin de kerk geweest, maar was poeslief. Echter heeft hij wel iets achter gelaten, en het rook niet bepaald naar wierook. Daardoor hebben ze later een stuk uit het tapijt moeten snijden om de stank weg te krijgen.

Asor is ook geen anagram van Rosa, de leeuw heette echt zo.

Deel dit bericht